Athletics Champs is een nieuwe vorm van wedstrijden voor de pupillen. Het idee van Athletics Champs is om een wedstrijd te organiseren op een speelse manier waar de kinderen in team verband bezig zijn met de sport. Er zijn de onderdelen zoals sprint die altijd al op wedstrijden waren in een nieuw jasje gedaan en totaal nieuwe onderdelen zoals hurk-hoogspringen. De kinderen hebben erg veel plezier bij de wedstrijden.
Athletics Champs is atletiekecht met het doel sneller, hoger en verder. Andere essentiële aspecten van Athletics Champs zijn:
- Kindgericht: het kind staat centraal bij Athletics Champs
- Laagdrempelig: ieder kind doet mee en blijft meedoen op de onderdelen
- Intensief: op alle onderdelen is het kind vaak aan de beurt
- Veelzijdig: Athletics Champs bevat veelzijdige onderdelen waarin lopen, springen en werpen aan bod komen
- Geen spelletjes: Athletics Champs is geen spelletje maar heeft wel een speels-prestatieve insteek.
Start’78 ondersteund dit initiatief van de atletiekunie om de atletieksport interesanter te maken voor de kinderen. De club heeft hierin ook geinvesteerd in de vorm van;
- aanschaf nieuw trainingsmateriaal (de aanschaf is voor een groot deel gefinancierd door middel van een sponsorloop door de jeugd)
- Uitbrieding van de baan accomodatie (tweede kogelbak, verbreding van de verspringbakken)
De trainingen voor de jeugd zijn ook afgestemd op deze nieuwe altetiekvormen en de deelname aan de wedstrijden wordt door de club en trainers gestimuleerd.
De teamestafette;
Het eerste onderdeel van iedere Athletics Champs wedstrijd is de teamestafette. Bij dit onderdeel probeert een team zo snel mogelijk twaalf keer gelopen te hebben.
Sprinten:
De pupillen proberen over een afstand van 40 meter (pupillen mini, C en B) of 60 meter (pupillen A) zo snel mogelijk de finish te behalen.
Hordelopen:
Een aantal hordes worden met gelijke tussenafstand verspreidt over 40 meter of 60 meter. De pupillen proberen zo snel mogelijk van start tot finish te rennen.
Medicinebalstoten:
Dit onderdeel is de voorloper van het kogelstoten en wordt door de pupillen mini, C en B beoefend. De medicinebal van 1,5 kilo moet zo ver mogelijk weg gestoten worden vanaf de borst of vanuit de nek. De medicinebal moet vastgehouden worden met beide handen tijdens de stootfase. Pupillen A doen in plaats van dit onderdeel het kogelstoten met kogels van 2 kilo.
Vortexwerpen:
De vortex (een soort raketbal) moet vanuit aanloop of stand zo ver mogelijk weggeworpen worden. Dit onderdeel is de voorloper van het speerwerpen.
Discuswerpen:
Een rubberen discus moet vanuit stand zo ver mogelijk weggeworpen worden. De discus mag op twee manieren vastgehouden worden. De gangbare manier, met de vingertoppen over de rand gebogen, of de pupil houdt de discus aan het handvat vast.
Hoogspringen:
De pupillen lopen aan vanaf een door hen geprefereerde kant en proberen op de mat te springen over de lat heen. Het doel is om uiteindelijk een zo hoog mogelijke hoogte te behalen.
Verspringen:
De pupil loopt zo snel mogelijk aan en zet voor het schuimblok af. De afstand tussen het schuimblok en de achterste afdruk in de zandbak wordt opgemeten. Pupillen mini, C en B kunnen nog bonuscentimeters scoren als ze ver voor het schuimblok afgezet hebben.
Polsstokverspringen:
De A-pupil rent eerst met een polsstok naar de verspringbak, waar hij de polsstok in een bepaald gebied neerzet. Daarna probeert de pupil zo ver mogelijk in het zand terecht te komen.
Hurkhoogspringen:
Ook dit onderdeel gebeurt op de verspringaccommodie. Deze combinatie van verspringen en hoogspringen wordt door mini-, C- en B-pupillen beoefend. Na een aanloop zet de pupil met een voet af en probeert hij/zij de hoogte te overwinnen. De pupil landt hierna in de zandbak.
Meters maken:
In een tijdsbestek van 4 minuten (pupillen mini, C en B) of 6 minuten (pupillen A) trachten de lopers op de rondbaan zo ver mogelijk te lopen. Dit onderdeel is bij elke Athletics Champs wedstrijd de afsluiter van de dag.